top of page

Raymond Strymes vertelt

Duivenmaatschappij "De Vrije Vlucht" 
De gouden eeuw der duivensport!

Elke zondagmorgen werd er bij ons, zoals bij vele huisgezinnen, getrouw afgestemd op Radio 1, alwaar op de instrumentale versie van Bobbejaan Schoepens 'k zie zo gère men duivekot, de "Inlichtingen voor duivenliefhebbers" de ether werden ingestuurd. De presentator las hierbij met zijn vertrouwde stem de weersgesteldheid op de losplaatsen der duiven voor met de lossingsuren of bij slecht weder met laconieke stem het zenuwslopende ... Arras: wachten! Dit was een vast ritueel en niet enkel bij ons, de duivenmelker was alom tegenwoordig.

 

Het is algemeen bekend, van postduiven werd reeds lang geleden gebruik gemaakt als communicatiemiddel voor het overbrengen van berichten. Ook Julius Caesar gebruikte postduiven bij zijn veldtochten doorheen Gallië, maar tot 1789 hadden in de middeleeuwen enkel de adel en de abdijen het privilege om duiven te houden, voor het gewone volk was dit taboe!

 

Maar stilaan werd de afgerichte reisduif een uitgelezen vriend van het volk voor het houden van wedstrijden. De eerste vluchten dateren van in het begin van de 19e eeuw maar werden op eerder primitieve wijze georganiseerd. Men liep met de aangekomen duif naar het lokaal waar men ze in volgorde van aankomst, in een zak, bakje of mand stak om de rangschikking op te maken terwijl men de tijd van binnenkomen, afgelezen op de aanwezige klok, noteerde. Als identificatie van de duif droeg ze een vleugelmerk of stempel die ze gekregen had bij vertrek en dit tot 1880. Hierna pas werd als herkenning van de duif gebruik gemaakt van een aluminium ring, in de loop der tijd in verscheidene uitvoeringen, welke na het uitpikken over de poot van het duivenjong werd geschoven en daar dus voor de rest van haar carrière bleef zitten. Bij elke ring hoort een overeenstemmend eigendomsbewijs. Een tweede verbetering, na de ring voor identificatie kwam rond 1890, toen de eerste gummiringen op de markt verschenen, voor het bestatigen van de aankomst bij deelname aan vluchten. Men moest nu niet meer met de duif naar het lokaal lopen, maar enkel met de gummiring die de duif aan de poot kreeg bij het inkorven. Maar veel liefhebbers hadden dan ook nog altijd een loper in dienst die nu enkel met de gummiring van de "gevallen" duif naar de plaats, meestal het lokaal van de maatschappij, moest lopen waar één centrale klok stond voor de notering van volgorde van aankomst en tijd.

 

Sommige duivenmaatschappijen, die alom in het ganse land werden opgericht, werkten nog op de aloude manier, maar dan zonder duif enkel met de gummiring, doch toen vanaf 1860 de constateurs of duivenklokken hun intrede deden, schaften sommigen zich één toestel aan dat in het lokaal stond en waar de gummiring dan werd ingestopt voor het vastleggen van het uur van aankomst.

 

Het was in die tijd, eind 1800 dat in Sint-Laureins de duivenmaatschappij "Elk zijn recht" werd opgericht, in het café van de familie STRYMES, welke nauw verbonden zou blijven met het "duivenmelken". Eerst Louis dan Aloïs en tenslotte diens dochter Marie Strymes gehuwd met Philibert Rammelaere, runden het café tot het in 1995 werd overgelaten aan nieuwe uitbaters, maar het bleef het lokaal van de maatschappij tot het uiteindelijk nogmaals veranderde van eigenaar, omgebouwd werd en heden ten dage verder bestaat als luxe brasserie Cecile’s.

 

Op 2e Sinksendag, maandag 8 juni 1908, richtte de duivenmaatschappij "Elk zijn recht" gevestigd bij Aloïs Strymes, met als bestuur Th. Dhavé, Ern. Cauwels, Edm. De Vliegere en Al. Strymes, een algemene prijsvlucht in uit Templeuve. Later veranderde de naam van de duivenmaatschappij in "De vrije vlucht" meteen dezelfde naam van het café. Beide zonen van Aloïs hielpen niet alleen mee bij de duivenvluchten maar waren net als hun vader fervente duivenmelkers en bleven dit voor de rest van hun leven, de ene in Sint-Laureins, de andere in Eeklo.

Op bovenstaande foto zien we Aloïs met beide zonen Aimé en Achilles bij de afslag voor het berekenen en opmaken van de uitslag van een vlucht, op het koertje achteraan het café waar nu brasserie Cecile’s gevestigd is.

Bij het begin der 20e eeuw was er ook een duivenmaatschappij "Moed en geduld" gevestigd bij Fl. Deprest, dorp, waarvan het bestuur bestond uit De Meulemeester Ser., Roets Jules, Van Loo Louis, Roets Cam. en Van De Voorde Edm. En op de Oosthoek had men de duivenmaatschappij "De Reisduif" gevestigd bij V. Pille.

 

Begin 1900 was er in Sente ook nog een duivenmaatschappij "De Eendracht" gevestigd bij Fr. Laureyns eveneens in de dorpsstraat met als bestuur J. De Meulemeester, Ph. Laureyns, Em. Schollaert en Camiel Roets. En dat het er toendertijd gemoedelijk en collegiaal aan toeging onder de toren, in onze contreien blijkt uit volgende anekdote:

 

Mijn grootvader Aloïs was tevens plaatselijk agent van de befaamde "Red Star Line" en vergezelde in die functie heel vaak emigranten van hier naar Antwerpen voor hun inscheping naar de Nieuwe Wereld. Van die gelegenheid gebruik makend had mijn grootvader Aloïs van "De Vrije Vlucht" een weddenschap aangegaan met Em. Schollaert van "De Eendracht" voor 20 fr. en 20 fr. pinten bier, met elk 2 duiven om ter eerst thuis, vanuit Amerika! Op zaterdag 07.11.1903 's middags om 12 uur vertrok de postboot Kroonland met aan boord de duiven naar Moline Amerika. Deze 4 duiven werden gelost een week later de zondag om 8 uur 's morgens. De donderdag om 3 uur in de namiddag was er een duif van Em. Schollaert terug.
's Avonds werden de pinten gedronken en Schollaert lachte het meest, hij had de weddenschap gewonnen! Niemand heeft ooit geweten of de duifjes wel in Amerika zijn geweest of onderweg zijn opgelaten!

 

In 1910 werden de lokale verenigingen samen gebracht in de Belgische Duivenbond waaruit dan de huidige Koninklijke Belgische Duivenliefhebbersbond zou ontstaan.

Lange tijd was er ook bij "De Vrije Vlucht" maar één constateur beschikbaar, zodat na het vallen der duiven met de ring moest gelopen worden. Later kwamen er meerdere constateurs die dan moesten gedeeld worden. Een groep liefhebbers, die in elkaars nabijheid woonden, gebruikten dezelfde constateur die bij één van hen stond. De combinatie van lopers, en constateurs bij slechts enkele duivenmelkers, eiste wel een speciale reglementering, zo werden de constateurs aan 1,5 frank bij loting verdeeld, constateren op het hok betekende 6 sec. verlies op iedere constatatie en lopers kregen 1 sec. per 5 m. tot 300 m. en vanaf dan 1 sec. per 6 m. tot en met 600 m. Nog later had elke speler een eigen toestel of huurde men er een bij de maatschappij.

 

De maatschappijen moesten ook een constateurzetter hebben, want de klokken moesten afgesteld worden met een radiogestuurde moederklok, zowel voor het zetten bij de inkorving als voor het afslaan bij de inlevering van de constateur. In het begin moesten de klokken worden opgewonden, veel later werkten ze op batterij. Elke duif werd bij inkorving door middel van een ringentang voorzien van de gummiring die dan bij aankomst van de duif in een kokertje en samen in de constateur werd gestopt. Er bestaan heel wat modellen en types constateurs zoals de Plasschaerts en de Benzings, enz. maar in de huidige tijd is alles gemoderniseerd en gebeurt het elektronisch, ook het opmaken van de uitslag, vroeger moest alles handmatig worden berekend met gebruikmaking van tabellen. De winnaar is de eigenaar van de duif die de afstand tussen losplaats en het duivenhok met de hoogste gemiddelde snelheid aflegt.

 

De vliegsnelheid die bepalend is voor het klassement wordt berekend aan de hand van het uur van lossen, het uur van aankomst en de vliegafstand. Deze laatste wordt berekend bij middel van de coördinaten, voor elk hok verschillend. Dit berekenen gebeurt nu door een beëdigd landmeter maar werd vroeger ook gedaan door onderwijzers die hiervoor dan een speciaal examen hadden afgelegd en een vergunning bekwamen. Om discussies te vermijden werd oorspronkelijk dan ook dikwijls als deelnemingsvoorwaarde aan een prijsvlucht vermeld welke berekening moest gehanteerd worden, zoals: afstand Van de Walle en Stepman of afstand Van de Walle en Mestach, enz.

Zoon Achilles, onderwijzer, bleef zich verder inzetten bij verschillende duivenmaatschappijen in Eeklo en beschikte over een vergunning als controleur bij de Belgische Duivenliefhebbersbond, zoals U ziet, ook was hij actief bij het oplossen van geschillen op Provinciaal vlak te Gent.

Hij was tevens gerechtigd tot het berekenen van de zogenaamde "afstanden" waarover elke liefhebber moet beschikken voor het bepalen van de vliegafstand tussen de losplaats en zijn hok, nodig bij het opmaken van de uitslag.Bij de duivenvluchten maakt men, naargelang de vliegafstand, een onderscheid tussen korte afstand of vitesse, middelmatige afstand of halve fond en lange afstanden of fondvluchten.In Sente werd gespeeld in samenspel met omliggende gemeenten zoals Adegem, Watervliet, Bentille en Sint-Margriete, men kon inkorven op de Comer bij Marcel Jonckheere, en naast "De Vrije Vlucht" was er ook "De Postduif" bij Richard De Vlieger in de Leemweg. Later zijn beide laatstgenoemde maatschappijen samengesmolten.De jonge duiven moeten worden opgeleerd en getraind, maar eenmaal hokvast kunnen ze van over zeer lange afstanden hun weg terug vinden. Er waren dan ook voor het eigenlijke competitiewerk begon, leervluchten vanuit Ursel, Aalter of Tielt. Rond het midden der 20e eeuw werd er, naast geldprijzen, veel gespeeld voor prijzen in natura, zoals regulateurs (Westminster, heb er zo nog eentje!), pendules, eet- en koffieserviezen, fietsen, enz. wat zeer in de smaak viel van de eega's die toch wel veel moesten laten voor de hobby van hun "duivenmelker"!In het dooie seizoen, tijdens de wintermaanden, werden in alle lokalen tentoonstellingen en verkopingen georganiseerd, kwestie van klantenbinding!Begrippen als "Voeders Natural", "Kweekstation De Scheemaeker in het Antwerpse" of het duivengazetje "Duifke Lacht" waren gemeengoed en de vroegmis de zondag werd drukbezocht en kort gehouden om terug thuis te zijn vooraleer de kampioenen zouden "vallen"!Soms werd er ook wel zwaar voor geld gespeeld en dit gaf aanleiding tot het toepassen van allerlei trucs om vals te spelen, maar dit zou ons te ver brengen en stof geven voor enkele bladzijden. Men heeft trouwens steeds verbeteringen moeten aanbrengen om valsspelers het leven zuur te maken!

bottom of page